07 Volksgezondheid en milieu
7.1 Volksgezondheid
Terug naar navigatie - - 7.1 VolksgezondheidInleiding Volksgezondheid
Terug naar navigatie - 7.1 Volksgezondheid - Inleiding VolksgezondheidMet beleid op het gebied van volksgezondheid werken wij aan de gezondheid en het welzijn van alle inwoners, door een gezonde leefstijl te stimuleren, gezondheidsverschillen te verkleinen en preventie te versterken. Zodat inwoners langer gezond, actief en zelfstandig kunnen leven.
Vanaf 2027 vervalt de specifieke uitkering van het Rijk voor dit doel. In 2026 heeft de gemeente eenmalig extra middelen opgenomen ter versterking van preventieve maatregelen. In 2026 herijken we de visie op preventieve maatregelen en besluitenwe welke maatregelen vanaf 2027 worden vervolgd.
Wat willen we bereiken?
Terug naar navigatie - 7.1 Volksgezondheid - Wat willen we bereiken?Een gezond Waalre
Terug naar navigatie - 7.1 Volksgezondheid - Wat willen we bereiken? - Een gezond WaalreWe streven naar een gemeente waarin gezondheid, welzijn en leefkwaliteit centraal staan. We investeren in een toekomst waarin inwoners zich fysiek, mentaal en sociaal gezond voelen, en waarin de leefomgeving uitnodigt tot ontmoeten, bewegen en meedoen.
7.2 Riolering (riool/water/klimaat)
Terug naar navigatie - - 7.2 Riolering (riool/water/klimaat)Inleiding Riolering
Terug naar navigatie - 7.2 Riolering (riool/water/klimaat) - Inleiding RioleringEen goed rioolstelsel is nodig voor de bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van wateroverlast. Naast inzamelen van afvalwater en het afvoeren van hemelwater in stedelijk gebied, is er de zorg voor klimaatadaptatie. Door de klimaatverandering moeten we ons op watergebied voorbereiden op extreem veel neerslag in korte tijd, langdurige neerslag en tijden van droogte.
Wat willen we bereiken?
Terug naar navigatie - 7.2 Riolering (riool/water/klimaat) - Wat willen we bereiken?Een goed functionerend watersysteem (rioolstelsel en watergangen) dat zorgt voor bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van (grond)wateroverlast en -tekort (droogte).
Terug naar navigatie - 7.2 Riolering (riool/water/klimaat) - Wat willen we bereiken? - Een goed functionerend watersysteem (rioolstelsel en watergangen) dat zorgt voor bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van (grond)wateroverlast en -tekort (droogte).De aanleg en het instandhouden van het rioolstelsel is een gemeentelijke taak die voortkomt uit de Omgevingswet. In het Programma Water Riolering en Klimaat 2023-2027 (PWRK) hebben wij vastgelegd hoe de gemeente de zorgplichten invult. Het PWRK is hét middel om de gemeentelijke watertaken doelmatig vast te leggen.
Riolering maakt deel uit van de openbare ruimte, met alle dynamiek van dien. Goed waterbeheer gaat ook over grondwater onder woningen, overstromingen in hogere gebieden en afkoppelen waar en wanneer het kan. In stedelijk openbaar gebied zorgt de gemeente voor de infiltratie van het hemelwater (bij voorkeur in het groen) en voor voldoende berging, zodat er geen wateroverlast optreedt. Om droogte te bestrijden wordt zoveel mogelijk water geïnfiltreerd. Bij hoge grondwaterstanden wordt het grondwater afgevoerd door middel van drainage.
Riolering maakt ook deel uit van het watersysteem dat zich uitstrekt tot buiten de gemeentegrenzen. Dit betekent dat we in een vroegtijdig stadium moeten samenwerken, zowel intern als met andere gemeenten en het waterschap. Samen willen we goed omgaan met de gevolgen van klimaatverandering, zoals langdurige neerslag.
Bij dit beleid houden wij rekening gehouden met wetgeving en beleidsvoornemens op diverse niveaus: Europees (Kaderrichtlijn Water), landelijk (Waterwet), provinciaal (waterhuishoudingsplan), het waterschapsbeleid en natuurlijk ook het eigen lokaal beleid, het Programma Water, Riolering en Klimaat (PWRK).
7.3 Afval
Terug naar navigatie - - 7.3 AfvalInleiding Afval
Terug naar navigatie - 7.3 Afval - Inleiding AfvalDe gemeente is volgens de Wet milieubeheer verplicht om huishoudelijk afval in te zamelen. De manier waarop dit gebeurt, is vastgelegd in de Afvalstoffenverordening van de gemeente. Daarnaast streeft de gemeente ernaar om te voldoen aan de landelijke VANG-doelstellingen (Van Afval Naar Grondstof). Eén van deze doelstellingen is dat in 2030 minimaal 60% van het huishoudelijk afval wordt gerecycled. Door de invoering van Diftar (gedifferentieerde tarieven) willen wij onze inwoners stimuleren om afval gescheiden aan te bieden. Dat verlaagt de hoeveelheid restafval en verhoogt het recyclepercentage. Hiermee werken wij samen aan een duurzame en circulaire samenleving.
Wat willen we bereiken?
Terug naar navigatie - 7.3 Afval - Wat willen we bereiken?Het verder verduurzamen van de afvalinzameling
Terug naar navigatie - 7.3 Afval - Wat willen we bereiken? - Het verder verduurzamen van de afvalinzamelingHet verder verduurzamen van de afvalinzameling (service, kosten en milieu) in de hele gemeente conform de landelijke VANG-recycledoelstelling (minimaal 55% van het afval wordt gerecycled in 2025 en minimaal 60% in 2030). Daarbij richten wij ons naar de wensen van onze inwoners, met een servicegerichte aanpak.
7.4 Duurzaamheid en Milieu
Terug naar navigatie - - 7.4 Duurzaamheid en MilieuInleiding Duurzaamheid en Milieu
Terug naar navigatie - 7.4 Duurzaamheid en Milieu - Inleiding Duurzaamheid en MilieuIn het Klimaatakkoord van Parijs staan afspraken om de stijgende temperatuur tegen te gaan. Het Klimaatakkoord is in 2016 door 195 landen ondertekend. Om te voldoen aan dit akkoord, hebben alle EU-lidstaten afgesproken dat de EU in 2050 klimaatneutraal is. Het tussentijdse doel is om in 2030 55% minder broeikasgassen uit te stoten.
De Nederlandse overheid heeft in 2019 het nationale Klimaatakkoord vastgesteld. Het maakt onderdeel uit van het Nederlandse klimaatbeleid. Het is een overeenkomst tussen veel organisaties en bedrijven in Nederland om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Het doel is om de CO2-uitstoot in 2030 met 49% te verminderen.
In 2021 heeft de gemeenteraad de Transitievisie Warmte vastgesteld. Deze visie vormt het kader voor onze aanpak richting een aardgasvrije gebouwde omgeving in 2050, zoals afgesproken in het Klimaatakkoord. Om de visie te vertalen naar concrete acties, stelden wij in 2022 het Programma Warmtetransitie op. Dit programma beschrijft de aanpak, maatregelen en planning waarmee we de transitievisie uitvoeren.
In 2021 is de Regionale Energiestrategie (RES) 1.0 vastgesteld door de 21 MRE gemeenten, provincie en beide waterschappen. Deze RES is de strategie voor de lange termijn, waarin de volgende ambities zijn opgenomen:
- Vol inzetten op het besparen van energie
- 2 TWh aan duurzame energie opwekken met wind en zon op land en op daken
- Optimaal gebruikmaken van de beschikbare duurzame warmtebronnen
- Werken aan een robuust en betrouwbaar energiesysteem.
Wat willen we bereiken?
Terug naar navigatie - 7.4 Duurzaamheid en Milieu - Wat willen we bereiken?Een bijdrage leveren aan het behalen van de klimaatdoelen uit het nationale Klimaatakkoord, binnen de schaal en maat van de gemeente Waalre.
Terug naar navigatie - 7.4 Duurzaamheid en Milieu - Wat willen we bereiken? - Een bijdrage leveren aan het behalen van de klimaatdoelen uit het nationale Klimaatakkoord, binnen de schaal en maat van de gemeente Waalre.Met dit beleid willen wij een bijdrage leveren aan het behalen van de klimaatdoelen uit het nationale Klimaatakkoord, binnen de schaal en maat van de gemeente Waalre.
- Uitvoering geven aan de Regionale Energiestrategie (RES)
- Het aardgasvrij maken van woningen en gebouwen voor 2050
- Verduurzamen van gebouwen, waarbij minimaal 75% van de gebouwen in 2030 energielabel A of B heeft.
Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000)
Terug naar navigatie - 07 Volksgezondheid en milieu - Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000) Bedragen x €1.000Exploitatie |
Realisatie 2024 |
Begroting 2025 per 01-07-2025 |
Begroting 2026 |
Begroting 2027 |
Begroting 2028 |
Begroting 2029 |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Lasten |
|||||||
7.1 Volksgezondheid |
1.036 |
1.022 |
1.006 |
973 |
973 |
973 |
|
7.2 Riolering |
1.533 |
1.397 |
1.359 |
1.438 |
1.511 |
1.588 |
|
7.3 Afval |
1.611 |
1.759 |
1.788 |
1.787 |
1.786 |
1.786 |
|
7.4 Milieubeheer |
824 |
1.475 |
575 |
575 |
575 |
575 |
|
7.5 Begraafplaatsen en crematoria |
133 |
122 |
118 |
118 |
118 |
118 |
|
Totaal Lasten |
5.138 |
5.776 |
4.845 |
4.891 |
4.962 |
5.039 |
|
Baten |
|||||||
7.1 Volksgezondheid |
212 |
245 |
171 |
155 |
155 |
155 |
|
7.2 Riolering |
1.748 |
1.777 |
1.819 |
1.888 |
1.969 |
2.059 |
|
7.3 Afval |
2.180 |
2.214 |
2.244 |
2.243 |
2.243 |
2.242 |
|
7.4 Milieubeheer |
472 |
902 |
1 |
1 |
1 |
1 |
|
7.5 Begraafplaatsen en crematoria |
51 |
70 |
75 |
80 |
85 |
90 |
|
Totaal Baten |
4.663 |
5.209 |
4.310 |
4.368 |
4.453 |
4.547 |
|
Gerealiseerd resultaat |
475 |
568 |
535 |
523 |
509 |
492 |
|
Toelichting
Terug naar navigatie - 07 Volksgezondheid en milieu - ToelichtingVergelijking van de bijgestelde begroting 2025 met 2026 en meerjarig levert de volgende verschillen op:
Toelichting verschillen lasten:
7.1 Volksgezondheid (voordeel € 16.000)
- € 16.000 voordeel
- Lagere salariskosten.
- € 6.000 nadeel
- Verlaging diverse budgetten gezondheid vanwege taken die onder de Brede SPUK worden uitgevoerd. Eenmalig is in 2026 budget beschikbaar, daarna vervalt dit budget. Zie toelichting meerjarenraming.
- € 23.000 voordeel
- Het budget voor de combinatiefunctionaris wordt verlaagd, afgestemd op de SPUK middelen.
- € 17.000 nadeel
- De GR GGD valt duurder uit.
Toelichting meerjarenramingen:
- € 33.000 voordeel vanaf 2027
- Diverse budgetten gezondheid worden verlaagd omdat een deel van de Brede SPUK middelen komen te vervallen. Eenmalig is dit budget nog beschikbaar in 2026, daarna vervallen deze budgetten.
7.2 Riolering (voordeel € 38.000)
- € 6.000 nadeel
-
Hogere salariskosten door indexering.
-
- € 38.000 nadeel
- Het percentage overhead dat wordt toegerekend aan riolering is structureel gestegen.
- € 113.000 nadeel
- Stijging kapitaallasten door nieuwe investeringen en toerekening rente.
- € 40.000 nadeel
- Door structurele inhuur voor extra ondersteuning en advies verhoogd.
- € 69.000 nadeel
- De kosten voor energie en beheer en onderhoud zijn structureel verhoogd.
- € 15.000 voordeel
- De bijdrage aan regionale partijen is structureel verlaagd.
- € 289.000 voordeel
- Betreft onttrekking uit de voorziening riolering. Voordeel ontstaat omdat alle kosten worden verrekend door de rioolheffing en via de voorziening riolering. Zie hiervoor ook paragraaf A lokale heffingen.
Toelichting meerjarenramingen:
- Jaarlijkse stijging kapitaallasten (incl. toerekening rente) door indexering.
7.3 Afval (nadeel €29.000)
- € 7.000 nadeel
- Hogere salariskosten door indexering.
- € 20.000 nadeel
- Het percentage overhead dat wordt toegerekend aan afval is structureel gestegen.
- € 34.000 nadeel
- Stijging kapitaallasten door nieuwe investeringen en toerekening rente.
- € 58.000 voordeel
- Daling van de lasten voor ophalen huisvuil en stortkosten € 55.000.
- Daling van de kosten voor inzameling plastic € 3.000.
- € 51.000 nadeel
- Betreft verhoging van het budget voor gebruiksmaterialen en overige kosten aan goederen en diensten.
- € 25.000 voordeel
- Betreft verlaging van het budget voor externe advieskosten welke samenhangt met de inkomsten.
Toelichting meerjarenramingen:
Geen noemenswaardige verschillen.
7.4 Milieubeheer (voordeel € 900.000)
- € 6.000 nadeel
- Hogere salariskosten door indexering.
- € 5.000 nadeel
- Verhoging bijdrage aan de ODZOB conform hun begroting.
- € 25.000 voordeel
- De inzet van externe adviseurs voor geluid, bodem, lucht en milieu is structureel lager waardoor het budget structureel is afgeraamd.
- € 3.000 nadeel
- Overige kleine verschillen.
- € 217.000 voordeel
- Er zijn in 2026 geen extra middelen meer beschikbaar voor energiearmoede. Zie ook de inkomsten.
- € 682.000 voordeel
- In 2025 zijn er verschillende eenmalige kredieten en budgetten ten laste van deze functie die in 2026 niet of voor een ander bedrag voorkomen. Zie ook de inkomsten. Het betreft de volgende kredieten:
- Krediet uitvoeringsmiddelen klimaat, voordeel € 39.000
- Krediet uitvoeringskosten klimaatakkoord, voordeel € 643.000
- In 2025 zijn er verschillende eenmalige kredieten en budgetten ten laste van deze functie die in 2026 niet of voor een ander bedrag voorkomen. Zie ook de inkomsten. Het betreft de volgende kredieten:
Toelichting meerjarenramingen:
- Geen noemenswaardige verschillen.
7.5 Begraafplaatsen en crematoria (voordeel € 4.000)
- € 8.000 voordeel
- Lagere kapitaallasten door afschrijvingen.
- € 4.000 nadeel
- Overige kleine verschillen.
Toelichting meerjarenramingen:
Geen noemenswaardige verschillen.
Toelichting verschillen baten:
7.1 Volksgezondheid (nadeel € 74.000)
- € 74.000 nadeel
- De brede SPUK 2023-2026 loopt af, daarom zijn er minder middelen beschikbaar.
Toelichting meerjarenramingen:
- € 16.000 nadeel
- De brede SPUK 2023-2026 loopt verder af vanaf 2027.
7.2 Riolering (voordeel € 42.000)
- € 42.000 voordeel
- Hogere inkomsten rioolheffing begroot door stijging van het tarief en aantal huisaansluitingen.
7.3 Afval (voordeel €30.000)
- €30.000 voordeel
- Stijging van de opbrengsten voor inzameling plastic € 32.000
- Daling van de opbrengsten inzameling oud papier € 12.000
- Daling van de opbrengsten uit het afvalfonds € 25.000
- Daling van de opbrengsten voor ophalen grof vuil € 3.000
- Stijging van de opbrengsten van de afvalstoffenheffing van € 37.000, uitgaande van een geschat gemiddeld aantal ledigingen onder de Diftar systematiek (kostendekkende tarieven).
Een inhoudelijke toelichting op de kostendekkendheid en de berekening van tarieven afval kunt u terugvinden in de paragraaf A Lokale heffingen.
7.4 Milieubeheer (nadeel € 901.000)
- € 217.000 nadeel
- Er zijn in 2026 geen extra middelen meer beschikbaar voor energiearmoede. Zie ook de uitgaven.
- € 682.000 nadeel
- In 2025 zijn er verschillende eenmalige kredieten en budgetten ten laste van deze functie die in 2026 niet of voor een ander bedrag voorkomen. Zie ook de uitgaven. Het betreft de volgende kredieten:
Krediet uitvoeringsmiddelen klimaat, voordeel € 39.000
Krediet uitvoeringskosten klimaatakkoord, voordeel € 643.000.
- In 2025 zijn er verschillende eenmalige kredieten en budgetten ten laste van deze functie die in 2026 niet of voor een ander bedrag voorkomen. Zie ook de uitgaven. Het betreft de volgende kredieten:
- € 2.000 nadeel
Overige restverschillen.
Toelichting meerjarenramingen:
Geen noemenswaardige verschillen.
7.5 Begraafplaatsen en crematoria (voordeel € 5.000)
- € 5.000 voordeel.
- Door hogere baten voor begraafplaatsrechten.
Toelichting meerjarenramingen:
Geen noemenswaardige verschillen.
BBV indicatoren Volksgezondheid en milieu
Terug naar navigatie - 07 Volksgezondheid en milieu - BBV indicatoren Volksgezondheid en milieuIndicator |
Omschrijving |
Gemeente
/ referentie |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Huishoudelijk restafval |
Hoeveelheid restafval per inwoner per jaar (kg per inwoner) |
Waalre |
121 |
96 |
- |
- |
|
Huishoudelijk restafval |
Hoeveelheid restafval per inwoner per jaar (kg per inwoner) |
Amigo gemeenten (5 gemeenten) |
102,5 |
94 |
- |
- |
|
Huishoudelijk restafval |
Hoeveelheid restafval per inwoner per jaar (kg per inwoner) |
Gemeenten < 25.000 inwoners |
109 |
106 |
- |
- |
|
Hernieuwbare elektriciteit |
Het % elektriciteit opgewekt uit wind, waterkracht, zon of biomassa t.o.v. totale verbruik |
Waalre |
31,9% |
- |
- |
- |
|
Hernieuwbare elektriciteit |
Het % elektriciteit opgewekt uit wind, waterkracht, zon of biomassa t.o.v. totale verbruik |
Amigo gemeenten (5 gemeenten) |
21,76% |
- |
- |
- |
|
Hernieuwbare elektriciteit |
Het % elektriciteit opgewekt uit wind, waterkracht, zon of biomassa t.o.v. totale verbruik |
Gemeenten < 25.000 inwoners |
45,70% |
- |
- |
- |
|