Waar gaat de paragraaf over?

Terug naar navigatie - Paragraaf A Lokale heffingen - Waar gaat de paragraaf over?

In deze paragraaf wordt het beleid van de belangrijkste gemeentelijke belastingen beschreven. De gemeente is autonoom in het bepalen van de hoogte en de besteding van de opbrengst van de gemeentelijke belastingen. In de Gemeentewet en in enkele bijzondere wetten is geregeld welke heffingen de gemeente aan haar inwoners en bedrijven mag opleggen. De gemeenteraad bepaalt welke van de toegestane heffingen we als gemeente ook daadwerkelijk heffen. Alle gemeenten heffen de onroerende zaakbelastingen (OZB). Bij de verdeling van het Gemeentefonds wordt er namelijk van uitgegaan dat een deel van de gemeentelijke uitgaven wordt bekostigd uit de OZB.  

Belastingbeleid gemeente Waalre

Terug naar navigatie - Paragraaf A Lokale heffingen - Belastingbeleid gemeente Waalre

Gemeente Waalre heeft gekozen voor een duidelijk, plaatselijk belastingpakket dat in hoofdzaak bestaat uit de algemene bijdragebelasting OZB en de retributies afvalstoffenheffing en rioolheffing. Dit pakket bevordert een evenwichtige belastingdruk in de gemeente en beperkt de uitvoeringslasten. Door het voeren van een stringent begrotingsbeleid probeert gemeente Waalre de verhoging van de OZB zoveel mogelijk te beperken. Gemeente Waalre kent een aantal in de Gemeentewet toegestane belastingen en heffingen. Deze belastingen zijn gelegitimeerd in belastingverordeningen, die door de gemeenteraad zijn vastgesteld. Een onderscheid kan worden gemaakt tussen belastingen en retributies. 

Belastingen

Terug naar navigatie - Paragraaf A Lokale heffingen - Belastingen

Belastingen zijn heffingen waarvan het gebruik van de opbrengst vrij is, de zogenaamde algemene bijdragebelastingen. De gemeente hoeft geen direct aanwijsbare tegenprestatie te leveren. Tot deze groep behoren de onroerende zaakbelastingen, de precariobelasting en de toeristenbelasting. De gemeenteraad is vrij om de hoogte van de tarieven te bepalen. 

Retributies

Terug naar navigatie - Paragraaf A Lokale heffingen - Retributies

Retributies zijn heffingen waarbij de opbrengst niet boven de uitgaven van een specifieke dienst mag uitkomen. Tot de retributies behoren de afvalstoffenheffing, de rioolheffing, de leges, het marktgeld en grafrechten. 
Vanaf de begroting 2017 is het volgens de BBV verplicht om in deze paragraaf uiteen te zetten hoe er bij de berekening van tarieven van heffingen voor wordt gezorgd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden, wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd. 

Wet waardering onroerende zaken (WOZ)

Terug naar navigatie - Paragraaf A Lokale heffingen - Wet waardering onroerende zaken (WOZ)

Jaarlijks worden WOZ-beschikkingen met een nieuwe waarde naar de inwoners verstuurd. De waardering voor het belastingjaar 2026 vindt plaats op basis van de waardepeildatum 1 januari 2025. De Wet WOZ schrijft namelijk voor dat gemeenten een waarde vaststellen, zoals die gold op 1 januari van één jaar eerder. De gemeente heeft zodoende de tijd om marktcijfers (verkopen, huurprijzen enzovoorts) die in de loop van het jaar gerealiseerd worden te analyseren en een reële schatting te doen van de marktsituatie op de waarde-peildatum. De Wet WOZ wordt voor de inwoner steeds belangrijker. De door de gemeente vastgestelde WOZ-waarde wordt voor steeds meer belastingen gebruikt (bijvoorbeeld waterschapslasten en erfbelasting). Inwoners en bedrijven kunnen tegen de WOZ-waarde bezwaar maken en/of beroep instellen bij de rechter. 

Onroerende zaakbelastingen (OZB)

Terug naar navigatie - Paragraaf A Lokale heffingen - Onroerende zaakbelastingen (OZB)

Onder de naam ‘onroerende zaakbelastingen’ worden directe belastingen geheven over binnen de gemeente gelegen onroerende zaken:

  • een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak, zijnde een niet-woning, gebruikt op grond van eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht.
  •  een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft op grond van eigendom, bezit of beperkt recht.

De heffingsmaatstaf voor de OZB is de vastgestelde waarde van een onroerende zaak. Deze waarde wordt vastgesteld op grond van de Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ). In de raming van de opbrengst OZB is rekening gehouden met een indexering van 4,2 %. Naast deze indexering is enkel voor 2026 gerekend met een extra verhoging van de OZB opbrengst van 7,5% (bovenop de indexering). In de raadsvergadering van december 2025 worden enkel de OZB-tarieven voor 2026 vastgesteld. 

Geraamde opbrengst OZB

Terug naar navigatie - Paragraaf A Lokale heffingen - Geraamde opbrengst OZB

De stijging van de inkomsten is het gevolg van areaaluitbreiding en de verhoging van de tarieven. 

Opbrengsten OZB
Jaarrekening 2024
Begroting 2025
Begroting 2026
Begroting 2027
Begroting 2028
Begroting 2029
123
Woningen: eigendom
4.139.000
4.633.000
5.197.000
5.490.000
5.826.000
6.199.000
Niet woningen: eigendom
542.000
604.000
673.000
701.000
730.000
761.000
Niet woningen: gebruiker
362.000
411.000
437.000
455.000
474.000
494.000
TOTAAL
5.043.000
5.648.000
6.307.000
6.646.000
7.030.000
7.454.000

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Paragraaf A Lokale heffingen - Afvalstoffenheffing

De afvalstoffenheffing wordt opgelegd aan degene die feitelijk gebruik maakt van een perceel binnen de gemeente, waarvoor een inzamelplicht voor huishoudelijk afval geldt volgens de Wet milieubeheer. Deze heffing mag wettelijk niet hoger zijn dan de werkelijke kosten (kostendekkendheid). De tarieven kunnen jaarlijks worden aangepast op basis van de kosten voor afvalinzameling, -verwerking en overige afvalgerelateerde uitgaven.

Sinds 2023 betaalt elk huishouden in een laagbouwwoning naast een vast tarief (vastrecht) ook een bedrag per lediging van de restafvalcontainer. Dit bedrag verschilt per formaat container (140 of 240 liter). Dit systeem staat bekend als diftar (gedifferentieerde tarieven). Vanaf 2026 wordt dit systeem ook ingevoerd voor hoogbouwwoningen, waarbij gebruik wordt gemaakt van 60-litercontainers. Alle huishoudens betalen dan hetzelfde bedrag per liter restafval.

Tot en met 2025 werd het vastrecht nog gedifferentieerd naar een- en meerpersoonshuishoudens. Dit is echter ongebruikelijk bij gemeenten die diftar toepassen. Met de volledige invoering van diftar voor alle huishoudens vervalt deze differentiatie. Vanaf 2026 geldt er één uniform vastrecht voor elk huishouden.

In 2026 worden de volgende kosten geraamd voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval, welke toegerekend moeten worden aan de afvalstoffenheffing:

Toegerekend aan afvalstoffenheffing
Begroting 2026
Directe personele kosten
119.161
123
Overhead
149.246
Vuil verwijderen langs wegen
83.000
Kwijtschelding
28.600
Lasten afvalstoffenheffing
1.500
Inzamelen huisvuil
1.497.650
Bestrijding overlast honden
25.000
Niet verrekenbare BTW
337.502
Totale kosten
2.241.659
Opbrengst afvalfonds, papier, kleding en big bags
252.500
Te verrekenen via afvalstoffenheffing
1.989.159

Tegenover deze lasten staan de volgende geraamde opbrengsten voor de afvalstoffenheffing: 

Afvalstoffenheffing 2026
Aantal aansluitingen
Tarief
Frequentie
Totaal
vastrecht
7.772
€ 153,00
€ 1.189.116
60 liter inworp
1.016
€ 4,50
20
€ 91.440
140 liter ledigen
1.986
€ 10,50
6
€ 125.118
240 liter ledigen
4.633
€ 18,00
7
€ 583.758
Totaal
€ 1.989.432

Vergelijking tarieven ten opzichte van 2025
 In onderstaande tabel wordt het gemiddelde tarief per huishouden vermeld, dit betekent dat de totale verwachte kosten gedeeld worden door het aantal huishoudens.  De hoogte is uiteindelijk afhankelijk van het aantal keren dat men restafval aanbiedt.

Tarief
2025
2026
Stijging
Afvalstoffenheffing
€ 244
€ 256
5%

Tarifering 
Een (te) laag tarief leidt tot minder scheiding van fijn restafval dan bij het toepassen van hogere tarieven. De gemeente Waalre streeft naar zo min mogelijk fijn restafval per inwoner per jaar. Om dit voor elkaar te krijgen, zal het ledigingstarief voor een 240 liter container tussen de € 10 en € 20 moeten liggen.  Voor de bepaling van de tarieven is  uitgegaan van een gemiddeld aantal ledigingen per huishouden in 2026.

De opbrengsten afvalstoffenheffing ontwikkelen zich als volgt: 

Afvalstoffenheffing
Jaarrekening 2024
Begroting 2025
Begroting 2026
Begroting 2027
Begroting 2028
Begroting 2029
123
Totaal kosten
1.807.471
1.951.900
1.989.159
1.988.476
1.987.794
1.987.111
Totaal opbrengsten
1.903.923
1.951.900
1.989.159
1.988.476
1.987.794
1.987.111
Kostendekkendheid
105,34%
100,00%
100,00%
100,00%
100,00%
100,00%

Kwijtschelding
Wanneer aan een minder draagkrachtig belastingplichtige kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing wordt verleend, dan is dat in principe voor de volledig verschuldigde heffing. Echter, bij laagbouwwoningen geldt dat de kwijtschelding voor maximaal 8 ledigingen is. 
Bij excessieve hoeveelheden afval vanwege medische redenen (incontinentie/stoma) worden de eerste 12 ledigingen vrij gesteld. Er geldt dan geen vrijstelling voor vastrecht.  

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Paragraaf A Lokale heffingen - Rioolheffing

De rioolheffing wordt geheven van de eigenaar van een object, dat op 1 januari is aangesloten op de riolering. De rioolheffing is gebaseerd op het Programma Water, Riolering en Klimaat (programma WRK) van 2022. De gemeente mag maximaal kostendekkende tarieven in rekening brengen.  

Rioolheffing
Jaarrekening 2024
Begroting 2025
Begroting 2026
Begroting 2027
Begroting 2028
Begroting 2029
123
Totaal kosten
2.187.000
2.540.000
2.871.000
2.820.000
2.866.000
2.992.000
Totaal opbrengsten
1.741.000
1.777.000
1.819.000
1.888.000
1.969.000
2.059.000
Storting / onttrekking voorziening riolering
-446.000
-763.000
-1.052.000
-932.000
-897.000
-933.000
Storting in reserve riolering
-
Kostendekkendheid
100%
100%
100%
100%
100%
100%

In 2026 worden de volgende kosten toegerekend:
Het tarief voor rioolheffing is in deze begroting voor het jaar 2026 opgenomen, zoals vastgelegd in het programma Water, Riolering en Klimaat van 2022. 

Toegerekend aan riolering
Begroting 2026
Directe personele kosten
340.703
123
Overhead
462.722
Pompen en riolen
1.563.141
Huisaansluitingen
5.000
Rioolontstoppingen *
0
Afkoppelstimulering
75.000
Vegen en veegvuil
91.500
Waterlossingen en sloten
42.000
Niet verrekenbare BTW
290.556
Totale kosten
2.870.622
Opbrengsten huisaansluitingen
5.000
Opbrengsten rioolheffing
1.814.000
Totale opbrengsten
1.819.000
Te verrekenen via voorziening riolering
-1.051.622
* in 2026 onderdeel van post pompen en riolen

Leges

Terug naar navigatie - Paragraaf A Lokale heffingen - Leges

Onder de naam leges wordt een aantal verschillende rechten geheven voor door de gemeente, of uit naam van de gemeente verstrekte diensten. Dit kan bijvoorbeeld het verstrekken van een document zijn zoals een rijbewijs, paspoort of trouwboekje of het verstrekken van een vergunning. Waalre streeft zoveel mogelijk naar kostendekkende tarieven voor administratieve diensten. Elk jaar worden de tarieven opnieuw beoordeeld, aangepast aan wettelijke tarieven en geïndexeerd. De diensten en bijbehorende tarieven voor 2026 worden opgenomen in de door de raad in december 2025 vast te stellen tarieventabel bij de legesverordening 2026. 

De lasten zoals deze in de begroting zijn opgenomen zijn niet altijd voor 100% toerekenbaar. Een deel van de kosten kan niet direct in verband gebracht worden met de uitgevoerde dienst. 

Bij hoofdstuk 1 is weinig ruimte om de tarieven te verhogen omdat de opbrengsten voornamelijk veroorzaakt worden door paspoorten en rijbewijzen. Deze tarieven zijn momenteel gelijk aan de wettelijk maximaal toegestane hoogte. 

Leges
Kosten
Opbrengsten
Kostendekking
Burgerlijke stand
50.751
27.138
53,47%
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
259.825
251.439
96,77%
Rijbewijzen
94.251
91.957
97,57%
Vertrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
17.975
13.800
76,77%
Overige publiekszaken
4.274
3.101
72,55%
Bijzondere wetten
162.285
67.998
41,90%
Totaal
589.361
455.433
77,28%

Bij hoofdstuk 2 zijn 100% kostendekkende tarieven is in de praktijk niet mogelijk omdat de lasten zoals in de begroting zijn opgenomen, niet altijd voor 100% toerekenbaar zijn. Een deel van de kosten kan niet direct in verband gebracht worden met de uitgevoerde dienst. Dit zijn bijvoorbeeld de kosten voor handhaving of bezwaar en beroep. 

Hoofdstuk 2 Omgevingswet Dienst
Kosten
Opbrengsten
Kostendekking
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
1.091.399
880.000
80,63%
Totaal
1.091.399
880.000
80,63%

Hoofdstuk 3 is een klein onderdeel van de legesverordening wat voor een groot deel bestaat uit evenementenvergunningen. Vanwege de maatschappelijke betekenis ervan is dit bij veel gemeenten niet kostendekkend. 

Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn
Kosten
Opbrengsten
Kostendekking
Horeca
3.658
2.038
55,71%
Totaal
3.658
2.038
55,71%

Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - Paragraaf A Lokale heffingen - Toeristenbelasting

In december 2017 heeft de raad besloten om per 1 januari 2018 een toeristenbelasting in te voeren. De toeristenbelasting wordt betaald door degenen die binnen onze gemeente verblijven in o.a. hotels, pensions en vakantieverblijven en niet als ingezeten zijn ingeschreven.

N.a.v. een unaniem aangenomen amendement, bij het vaststellen van de programmabegroting 2025-2028 op 7 november 2024, wordt het tarief van de toeristenbelasting verhoogd vanaf 2025 naar € 4,50 per persoon per nacht. Hierdoor stijgen de inkomsten van de toeristenbelasting vanaf 2025 structureel met € 30.000. In 2024 bedroeg de toeristenbelasting € 3,95 per persoon per nacht.

Voor 2026 wordt voorgesteld om het tarief op te hogen naar € 6,- per nacht.

Opbrengst toeristenbelasting
Jaarrekening 2024
Begroting 2025
Begroting 2026
Begroting 2027
Begroting 2028
Begroting 2029
Opbrengst
251.000
250.000
330.000
330.000
330.000
330.000

Kwijtscheldingbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf A Lokale heffingen - Kwijtscheldingbeleid

In de gemeente Waalre kan op verzoek van de minder draagkrachtige belastingplichtige, kwijtschelding van betaling worden verleend voor de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Waalre past hiervoor de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 toe. In 1997 is in afwijking van de Uitvoeringsregeling door de Waalrese Raad besloten, in plaats van 90%, 100% van de genormeerde bijstandsuitkering aan te merken als kosten van bestaan op basis waarvan de draagkracht van belastingplichtige wordt vastgesteld. Hierdoor komt men eerder in aanmerking voor kwijtschelding. 

Belastingdruk per huishouden

Terug naar navigatie - Paragraaf A Lokale heffingen - Belastingdruk per huishouden

In de volgende tabel staat een overzicht van de totale gemiddelde belastingdruk van de drie belangrijkste gemeentelijke belastingen en heffingen. Voor de OZB gaan we in deze cijfers uit van een woning met een gemiddelde WOZ waarde  (2025: € 612.000 bron: Coelo).

De 7% stijging van de totale belastingdruk van 2025 naar 2026 betekent voor een gemiddeld gezin in Waalre een stijging van ca. €  6,10 per maand.
De tarieven van de OZB zullen wij u in de raadsvergadering van december 2025 aanbieden in de belastingverordening voor 2026, op dat moment is de waardestijging van de woningen waarop de tarieven worden gebaseerd bekend.

Totale gemiddelde belastingdruk per huishouden
Jaarrekening 2024
Begroting 2025
Begroting 2026
Begroting 2027
Begroting 2028
Begroting 2029
123
OZB
587
652
728
759
791
824
Afvalstoffenheffing
241
244
256
256
256
256
Rioolheffing
203
208
213
218
223
228
Totaal bedrag per huishouden
1.031
1.104
1.197
1.233
1.270
1.308
Stijging in % t.o.v. voorgaande jaar
7,0%
8,4%
3,0%
3,0%
3,0%

Toelichting belastingdruk

Terug naar navigatie - Paragraaf A Lokale heffingen - Toelichting belastingdruk

Elke gemeente kan in het kader van de gemeentelijke autonomie uitgaven doen voor een hoger voorzieningenniveau en dat kost belastinggeld. De belastingdruk hoeft daarom niet per gemeente gelijk te zijn. Voor de financiële draagkracht voor huishoudens is de gemeentelijke belastingdruk wel belangrijk. Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) verzamelt jaarlijks de gegevens voor de belastingdruk van decentrale overheden. Onder belastingdruk verstaan we de jaarlijkse woonlasten per huishouden. Onder de woonlasten wordt het gemiddelde bedrag dat een huishouden in een bepaalde gemeente betaalt aan OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing gerekend. 

Gemiddelde woonlasten bij vergelijking in de regio

Terug naar navigatie - Paragraaf A Lokale heffingen - Gemiddelde woonlasten bij vergelijking in de regio

Op de website www.coelo.nl zijn de tarieven van de aan Waalre grenzende gemeenten terug te vinden. Deze site bevat een kaart waarop met de muis kan worden geklikt om de tarieven van elke gemeente in beeld te krijgen. De gemeente Waalre heeft in 2025 van de 342 geregistreerde gemeenten op 1 januari de 274e plaats voor wat betreft de belastingdruk (2021: 188e, 2022: 152e, 2023: 273e en 2024: 231e). Regionaal gezien

blijven we op de 10e plaats staan, gelijk aan 2025.

Nb. De gemeente met de laagste lasten voor een meerpersoonshuishouden heeft het laagste rangnummer. 

Rangnr regio
Plaats
Éénpers hh
Meerpers hh
Rangnr 2021
Rangnr 2022
Rangnr 2023
Rangnr 2024
Rangnr 2025
WOZ waarde
1
Bladel
635
865
43
25
14
11
26
497.000
2
Eersel
756
926
101
61
47
31
60
546.000
3
Bergeijk
757
904
107
62
44
47
45
526.000
4
Geldrop-Mierlo
838
930
56
71
56
54
62
496.000
5
Eindhoven
865
977
79
135
120
119
104
494.000
6
Cranendonck
941
1.008
284
278
195
152
147
444.000
7
Best
1.004
1.004
90
90
116
156
139
520.000
8
Veldhoven
998
1.096
68
105
155
159
234
557.000
9
Valkenswaard
954
1.057
254
245
246
201
198
482.000
10
Waalre
1.045
1.160
188
152
273
231
274
612.000
11
Nuenen
936
1.128
327
303
304
274
261
587.000
12
Heeze-Leende
1.056
1.211
341
312
306
293
299
560.000