Paragraaf H. Horizontale verantwoording

Waar gaat de paragraaf over?

Terug naar navigatie - Waar gaat de paragraaf over?

Met de komst van de Wet revitalisering generiek toezicht (Wrgt, 2016) werd deze paragraaf aan de begroting en jaarrekening toegevoegd. Uitgangspunt van de wet is dat de horizontale verantwoording tussen college en gemeenteraad verstevigd wordt. Hierdoor kan de raad steeds beter zijn controlerende en sturende rol vervullen. In de praktijk betekent dit dat het college eerst verantwoording aflegt aan de raad. De toezichthouders - Rijk en provincie - zien hierop toe. We informeren u in deze paragraaf voor de belangrijkste thema’s over de inhoud van de horizontale verantwoording. En op welke manier het college deze verantwoording aan de raad aflegt. 

Verantwoording uitvoering wettelijke taken namens de provincie Noord-Brabant

Terug naar navigatie - Verantwoording uitvoering wettelijke taken namens de provincie Noord-Brabant

De provincie Noord-Brabant houdt toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken die de gemeente Waalre namens de provincie uitvoert. Inwoners en bedrijven moeten erop kunnen vertrouwen dat die uitvoering goed gebeurt. Voor dit interbestuurlijk toezicht (IBT) maakt de provincie gebruik van een digitaal dasboard. De provincie geeft per toezichtgebied een oordeel: voldoet, voldoet gedeeltelijk en voldoet niet.  De toezichtgebieden van de provincie zijn:

  1. Financieel toezicht: Beoordelen van de begroting en jaarrekening. De provincie beoordeelt of de terugkerende inkomsten van de gemeente voldoende zijn om de terugkerende kosten te kunnen betalen.
  2. Omgevingsrecht: Beoordelen van het beleidsplan Vergunningverlening, Toezicht en handhaving (VTH), het jaarlijks uitvoeringsprogramma VHT en het jaarlijks evaluatieverslag. Daarnaast voert de provincie themaonderzoeken en steekproeven uit.
  3. Informatie- en archiefbeheer: Beoordelen van het verslag dat het college ieder jaar uitbrengt aan de raad. Het ene jaar is dit een jaarverslag met verbeterplan, het andere jaar een rapportage over de voortgang van de verbeteringen.
  4. Monumentenzorg: Beoordelen van de jaarlijkse informatie aan de provincie, o.a. de rapporten en adviezen die de Monumentencommissie heeft uitgebracht.
  5. Huisvesting vergunninghouders: Boordelen van de huisvesting van vergunninghouder met gegevens van het Centraal orgaan opvang Asielzoekers (COA) ten aanzien van de halfjaarlijkse opdracht/taakstelling van de  rijksoverheid en de Huisvestingswet.

De horizontale verantwoording van het college aan de raad bestaat uit het delen van de resultaten van het interbestuurlijk toezicht. Dat zijn de uitkomsten van het terugkerende (systematisch) toezicht, waarmee de provincie controleert of de gemeente aan de wettelijke eisen voldoet. En de uitkomsten van themaonderzoeken en reality checks, waarmee de provincie vaststelt of de informatie die we geven overeenkomt met de praktijk. Bij de jaarrekening worden het dashboard - met het oordeel per toezichtgebied - en het archiefverslag van de gemeente als bijlagen opgenomen. Gedurende het jaar worden de individuele toezichtresultaten met de raad gedeeld.

Verantwoording Sociaal domein

Terug naar navigatie - Verantwoording Sociaal domein

Vanuit de Wet revitalisering generiek toezicht (Wrgt) wordt voor de horizontale verantwoording kinderopvang, informatie samengebracht op de website waarstaatjegemeente.nl. Jaarlijks wordt voor 1 juli het jaarverslag kinderopvang door het college vastgesteld. En ter verantwoording naar de raad gestuurd. Ook over de leerplicht legt het college ieder jaar voor 1 oktober in een jaarverslag verantwoording af over het afgesloten schooljaar.

Op basis van de Wmo en de Jeugdwet is de gemeente verplicht jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek te houden. Vanaf 2018 wordt de cliëntervaring ieder kwartaal gemeten en jaarlijks - gebundeld in een rapport - aan de raad aangeboden. Hoewel vanuit de Participatiewet een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek niet verplicht is, maakt het ook onderdeel uit van het rapport. 

Het Rijk ziet toe op de uitvoering van de wettelijke taken in het sociaal domein.

Verantwoording informatieveiligheid (ENSIA, Eenduidige Normatiek Single Information Audit)

Terug naar navigatie - Verantwoording informatieveiligheid (ENSIA, Eenduidige Normatiek Single Information Audit)

De ENSIA heeft tot doel het verantwoordingsproces over informatiebeveiliging verder te professionaliseren. Dit gebeurt door het toezicht te bundelen en aan te sluiten bij de gemeentelijke Planning & Control-cyclus. Het college krijgt hiermee meer overzicht in de stand van zaken van informatiebeveiliging en kan er beter op worden gestuurd. 

De horizontale verantwoording bestaat uit:

  • een zelfevaluatie aan de hand van vragenlijsten (op basis van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid voor diverse basisregistraties, DigiD en Suwinet);
  • een externe audit (DigiD-aansluitingen en Suwinet);
  • een verklaring van het college en een toelichting over de informatiebeveiliging in de paragraaf bedrijfsvoering van de jaarrekening;
  • de Raad ontvangt jaarlijks een raadsinformatiebrief Informatiebeveiliging;
  • publicatie op de website waarstaatjegemeente.nl.

Tevens vindt er over de ENSIA een verticale verantwoording plaats aan de verschillende toezichthouders van het Rijk.  

Verantwoording Wet politiegegevens

Terug naar navigatie - Verantwoording Wet politiegegevens

Als werkgever van boa’s met opsporingstaken is de gemeente volgens de Wet politiegegevens (Wpg) verplicht om iedere vier jaar een externe audit uit te laten voeren. De volgende externe audit vindt in 2025 plaats en de resultaten hiervan delen we met de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) in een Wpg-auditrapport. Daarnaast vindt verplicht ieder jaar een interne audit plaats.

De resultaten van de externe en interne audit nemen we op in het jaarverslag informatieveiligheid en privacy dat het college jaarlijks aan de raad aanbiedt. 

Verantwoording toezichtindicatoren BBV

Terug naar navigatie - Verantwoording toezichtindicatoren BBV

Vanaf 2016 is het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) gewijzigd. Gemeenten zijn vanaf die datum verplicht om in de begroting en jaarrekening de beoogde of gerealiseerde maatschappelijke effecten toe te lichten aan de hand van een set verplichte en facultatieve beleidsindicatoren. Dit stelt de raad in staat op maatschappelijke effecten te kunnen sturen. 

Periodiek leveren landelijke bronhouders van deze indicatoren de meest recente informatie aan via waarstaatjegemeente.nl. In deze begroting 2025 zijn de cijfers van voorjaar 2024 gebruikt. We merken op dat veel bronhouders de indicatoren niet jaarlijks aanpassen waardoor veel indicatoren verouderd of zelfs niet ingevuld zijn. Indicatoren zijn vaak pas interessant wanneer je de ontwikkeling over meerdere jaren bekijkt. Daarom zijn - als ze beschikbaar waren - ook de gegevens uit voorgaande jaren opgenomen. De beleidsindicatoren worden ook opgenomen in het jaarverslag.

Verantwoording rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Verantwoording rechtmatigheid

Met ingang van de jaarrekening 2023 (in 2024 vastgesteld door de raad) is het college verantwoordelijk voor het opstellen van de financiële rechtmatigheidsverantwoording en het verantwoordingsgesprek met de raad. Het college legt daarmee verantwoording af over de naleving van wet- en regelgeving die relevant is voor het financiële reilen en zeilen van de gemeente. De raad bepaalt - binnen de wettelijke mogelijkheden - de normen voor de verantwoording. 

Vanaf 2023 controleert de accountant de jaarrekening - inclusief de financiële rechtmatigheidsverantwoording – alleen nog op getrouwheid en niet meer op rechtmatigheid. De wetswijziging benadrukt de kaderstellende en controlerende rol van de raad en de politieke aanspreekbaarheid van het college. De wetswijziging kan een positieve bijdrage leveren aan het debat over de verbetermaatregelen en de kwaliteit van de financiële bedrijfsvoering. 

De rechtmatigheidsverantwoording is onderdeel van de jaarrekening. Een uitgebreide toelichting nemen we op in de paragraaf Bedrijfsvoering van de jaarrekening.

Digitale toegankelijkheid

Terug naar navigatie - Digitale toegankelijkheid

Gemeenten zijn volgens de wet ‘Besluit digitale toegankelijkheid overheid’ verplicht hun digitale kanalen te laten voldoen aan de digitale toegankelijkheid eisen. Iedereen moet informatie en diensten van de overheid kunnen bereiken en gebruiken. Digitale toegankelijkheid wordt getoetst aan de hand van de WCAG 2.2 richtlijnen. Deze richtlijnen gaan over techniek en content. Onze gemeente is verantwoordelijk voor de digitale toegankelijkheid van al onze digitale kanalen en moet de status van de toegankelijkheid aantonen met een toegankelijkheidsverklaring. 

Wat vraagt de wet:

  1. Een toegankelijkheidsverklaring opstellen en publiceren per digitaal kanaal.
  2. De verklaring onderbouwen met een onderzoeksrapport (audit) over de toegankelijkheid van de website of applicatie.
  3. In de verklaring aangeven welke maatregelen de organisatie neemt om de toegankelijkheid te verbeteren.

Op basis van deze verklaring, onderbouwing en benoemde maatregelen krijgt het digitale communicatiekanaal een status (A: Voldoet volledig, B: Voldoet gedeeltelijk, C: Eerste maatregelen getroffen, D: Voldoet niet, of E: Geen verklaring).

In het nieuwe Dashboard DigiToegankelijk worden alle websites, cloudapplicaties en apps van de gemeente beoordeeld op digitale toegankelijkheid. Het is de bedoeling dat ze na verloop van tijd allemaal de status A (voldoet volledig) krijgen. De gemeente werkt hier iedere dag aan, dit is een continu proces. We streven ernaar om voor al onze websites en apps zo snel mogelijk de status ‘voldoet volledig’ te krijgen.

In het dashboard is in één oogopslag te zien hoe digitaal toegankelijk de gemeente Waalre is. Het dashboard is een hulpmiddel voor de gemeente om meer inzicht te krijgen hoe het er met de digitale communicatie voor staat, maar het dashboard kan ook door toezichthouders (gemeenteraad en provincie) en inwoners gebruikt worden.